Sluiten de NRC-cursussen goed aan bij de scholingsbehoefte in de praktijk?
Deze en nog 5 vragen legden we voor aan Syquin van den Berg, projectleider bij Erkend Restauratiebouwbedrijf Nico de Bont. Naast zijn dagelijks werk coördineert Syquin met twee collega’s de scholing van zijn collega’s. Regelmatig mogen we collega’s van Syquin verwelkomen in onze cursussen. “Want”, zegt Syquin, “vaklieden in de restauratie zijn nooit uitgeleerd”. Hoe pakt hij de bij- en nascholing van zijn collega’s aan? En bevalt het cursusaanbod van het NRC?
Voor Syquin zelf is het een tijd geleden dat hij een NRC-cursus heeft gevolgd. Sterker nog, we hebben hem gevraagd als reserve-docent. Van lesgeven is het nog niet gekomen. Wel heeft Syquin in 2022 de masterclass ‘Gewelven metselen’ bij de Urbanuskerk georganiseerd samen met Joop Jansen en Klaas Boeder. Vanuit zijn rol als opleidingscoördinator volgt Syquin nauwgezet het aanbod aan cursussen en plant in welke collega welke cursus kan gaan volgen.
1. Sluit de lesstof aan bij de behoefte?
Ja, ik denk het wel. Vaklieden in de restauratie zijn nooit uitgeleerd. Ook een ervaren restauratietimmerman leert van een cursus, bijvoorbeeld als het gaat om een bijzondere verbinding die hij al langere tijd niet is tegengekomen in de praktijk. We kiezen cursussen die aansluiten op waar de vakman in de praktijk mee bezig is. Dat is ook het fijne, dat de cursussen specifieke onderwerpen hebben en niet te algemeen zijn.
De vaklieden krijgen in de cursussen ook een stukje theorie mee. Dat hebben ze nodig om niet alleen te weten wat en hoe ze iets moeten doen, maar ook waarom ze het zo doen. Daar ga je in de praktijk makkelijk aan voorbij.
Samen met een tweetal collega’s heb ik elke twee weken scholingsoverleg. We bespreken dan het brede aanbod van cursussen en opleidingen van het NRC en het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE), maar ook bijvoorbeeld van het Gelders Restauratie Centrum (GRC). We coördineren de scholing naast onze gewone werk. Als je niet bewust tijd inplant om ermee bezig te zijn verwatert de aandacht voor scholing heel snel in de waan van de dag.
We zijn heel bewust bezig met het aanbieden van cursussen aan onze collega’s. Het is een vast onderdeel van de ontwikkelingsgesprekken. Het gaat erom dat je met elkaar bespreekt wat een goede volgende stap voor iemand kan zijn. Dit gaat op voor de vaklieden, maar ook voor de werkvoorbereiders, calculators en projectleiders, door alle lagen van het bedrijf.
2. Hoe is de kwaliteit van de lesstof en is deze vernieuwend?
De kwaliteit van de lesstof is goed. In mijn ervaring is de lesstof meer dan behandeld kan worden in een lesdag, maar dat geeft niet. De lesstof sluit aan op de dagelijkse praktijk.
Of de lesstof vernieuwend is vind ik lastig te beoordelen. Wel slaagt het NRC erin mensen uit de praktijk voor de klas te zetten die met actuele voorbeelden komen. Daar zit zeker een stuk vernieuwing. Mijn collega Tommy van Beem geeft bijvoorbeeld les in digitalisering in de restauratie, ook bij het NRC. Dat sluit ook goed aan op de praktijk, we werken allemaal met computers, tablets en digitale programma’s. Een tekening wordt niet meer gemaakt met houtskool en we bekijken een tekening vaker op een scherm in plaats van op papier.
3. Zijn er onderwerpen die je graag in een cursus ziet terugkomen?
Wat nu actueel is. Is het thema van verduurzaming. Verduurzaming dwingt ons anders te kijken naar het restauratieproces, de materialen die we gebruiken en naar het ontwerp. Duurzaamheid is een steeds normaler onderdeel van de restauratieopgave. Het NRC heeft nu twee vrij algemene cursussen, een voor vaklieden en een voor het kantoorpersoneel. Daar is wel wat te winnen. Bijvoorbeeld door specifieke onderwerpen te kiezen. Denk bijvoorbeeld aan een cursus ‘Duurzame materialen in de restauratie’. Dat kun je net zo behandelen als natuursteen of metselwerk. Het kan gaan over biobased isolatiematerialen of de combinatie van nieuwe materialen met de oude technieken. Hoe pas je isolatieglas toe in historische kozijnen? Hoe werkt het met de vergunning voor zonnepanelen op monumenten? Dat is per gemeente verschillend en nog niet overal zomaar toegestaan.
4. Hoe is de kwaliteit van de NRC-docenten?
De kwaliteit van de docenten is hartstikke goed. Dat komt doordat ze allemaal uit de praktijk komen. De restauratiebranche is heel klein. Je ziet van alle kanten de bereidheid om kennis te delen, uit alle beroepsgroepen, zoals architecten, aannemers, bestuurders, vaklieden. De ervaring van de docenten spreekt tot de verbeelding en leidt tot een interessante leerzame uitwisseling over praktijkvoorbeelden aan de hand van vragen als ‘wat is hier goed gegaan en wat kan hier beter?’ Als je de lesstof zo behandelt, blijft het beter hangen.
5. Maak je ook gebruik gemaakt van andere cursusinstituten?
We maken ook gebruik van het GRC en het NCE. Vier leerlingen (2 timmermannen en 2 metselaars) nemen nu bijvoorbeeld deel aan de NCE-Erfgoedschool. Verder organiseren we in huis zelf cursussen over onderwerpen als het kleuren van metselwerk of het herkennen van asbest. We noemen dat de Nico de Bont Vakschool. Daarbij sluiten we aan op waar onze medewerkers op dat moment mee bezig zijn.
6. Heb je verbetertips voor het NRC?
Ik heb de indruk dat er verjonging en vernieuwing plaatsvindt onder de docenten die cursus geven bij het NRC. Dat is een sterk punt, zij komen met andere voorbeelden, hebben andere drijfveren. Dat werkt goed en aanstekelijk. Blijf dat vooral doen. De kracht van het NRC zit in de samenwerking met de branche. Het NRC houdt goed vinger aan de pols waar de scholingsbehoefte ligt en is goed in het bedenken wie een goede docent zou kunnen zijn voor een cursus. Misschien zou de communicatie over de cursussen verbeterd kunnen worden en dan bedoel ik met wie wordt aangeschreven. Dat is belangrijk voor mij als opleidingscoördinator want de cursussen zitten vaak snel vol.
Dit interview maakt deel uit van een reeks gesprekken met bedrijven en organisaties, waarvan medewerkers regelmatig bij het NRC een cursus volgen.
Meer informatie over onze cursussen: CURSUSAANBOD.