Restauratiekwaliteit en scholingseisen: hoe gaat dat in de praktijk?
Voor iedereen die werkzaam is in de restauratie is er scholing op maat te vinden. Belangrijk, want de instandhouding van ons kwetsbare erfgoed vraagt om veel vakkennis en vakmanschap. Daarom vormen de scholingseisen een vast onderdeel van de audits voor certificering van bedrijven die zich met restauratie bezig houden. Hoe worden die scholingseisen in de auditpraktijk gehandhaafd? We vroegen het Klaas Schoots, auditor voor de aannemers, voegbedrijven en steenhouwerijen bij de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) en Ernst van der Grijp, coördinator van de Kwaliteitsregeling Kennis & Kunde (K&K), programma-directeur van de Monumentenwacht Gelderland en bestuurslid bij het NRC.
In de kwaliteitseisen van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg en de Kennis & Kunderegeling zijn eisen opgenomen ten aanzien van de scholing van vaklieden. Wat houdt dit in de praktijk in?
Ernst van der Grijp: Om aan monumenten te kunnen werken dienen vaklieden en professionals de nodige knowhow te hebben. Voor iedere beroepsgroep, van vakman tot beleidsmaker, zijn er geëigende opleidingen en cursussen bij het Nationaal Restauratie Centrum, het Gelders Restauratie Centrum, de Erfgoed Academie en het Nationaal Centrum Erfgoed opleidingen. Als bestuurslid van het NRC en voorzitter van de Onderwijscommissie zie ik toe op goed contact met de andere opleidings- en cursusinstituten, we stemmen onze programma’s af en werken, waar mogelijk, samen. Waar we vroeger nog wel eens te horen kregen van restauratiebedrijven dat er geen opleidingen waren om te voldoen aan de scholingseisen, kun je gerust stellen dat die tijd voorbij is.
Klaas Schoots: Om een certificaat van erkend restauratiebedrijf te mogen voeren zijn bedrijven verplicht een scholingsplan te hebben, waarin ze twee jaar vooruit kijken. Er hoort per medewerker in te staan wat hij of zijn gaat doen aan scholing, van een enkele cursusdag tot een tweejarige opleiding. Bij de audits adviseren we de bedrijven om zowel de CAO-medewerkers – de vaklieden- als het UTA-personeel – de kantoormedewerkers – een opleiding te laten volgen. We zien namelijk dat als het management onvoldoende restauratiekennis in huis heeft, het erg moeilijk wordt om een goed scholingsplan op te stellen.
Hoe gaan auditoren om met de scholingseisen in de kwaliteitsregelingen?
Klaas Schoots: Bij bedrijven die zich willen gaan certificeren, hanteren we een ondergrens van minimaal 5 jaar ervaring met het restaureren van historische gebouwen, met een gemiddelde van 3.200 restauratie-uren per jaar. We zijn wel streng maar niet strikt: we willen zien of een bedrijf de potentie heeft om het restauratievak in de vingers te krijgen. Als nog niet alle opleidingen zijn gevolgd, maken we een notitie op het auditformulier en checken bij de volgende audit of de voorgenomen opleidingen en cursussen inmiddels zijn gevolgd. Zo blijf je als bedrijf actief bezig met scholing. Ik zit zelf 50 jaar in het restauratievak en leer nog elke dag bij. In de restauratie moet je van heel veel onderwerpen heel veel weten. Bovendien zijn er altijd nieuwe ontwikkelingen die weer vragen om bijscholing. Duurzaamheid is zo’n onderwerp, daar moeten we met zijn allen nog heel veel over leren. Het gaat over meer dan een stukje glaswol of een warmtepomp. Voor nieuwbouw is duurzaamheid berekenbaar, maar bij erfgoed moet je per geval bekijken wat wel en niet kan, dat is echt maatwerk.
Welke cursussen en bedrijven noemen bedrijven zoal in hun scholingsplannen?
Klaas Schoots: Ik zie de hele breedte van het huidige aanbod voorbij komen, er springt niet echt iets uit. Wat ik belangrijk vind, is dat een vakman ook wat leert over andere vakgebieden. Een metselaar adviseer ik bijvoorbeeld om ook eens een cursus over natuursteen of smeden te volgen. Dan begrijp je hoe ijzer in natuursteen wordt geplaatst, wat de schadebeelden kunnen zijn en hoe je dit kunt oplossen. Voor alle vakgebieden geldt: blijf niet te eng bij je eigen vak en kijk ook eens bij een ander. Je kunt veel kennis en kunde bij elkaar opdoen en je krijgt respect voor elkaars werk. In een monument komt het vakmanschap van alle betrokken vaklieden bij elkaar. Als je met elkaar kijkt wat er moet gebeuren en wat er nodig is om het kwalitatief goed te doen en je kijkt dan wat het gaat kosten, kun je goed restaureren en je vakmanschap goed toepassen.
Hoe is de animo onder bedrijven om zich te certificeren voor het specialistische restauratiewerk?
Ernst van der Grijp: De motivatie om te certificeren gaat wat op en neer. We moeten dit blijven stimuleren. Sinds een aantal jaren is in de voorwaarden van provinciale subsidies opgenomen dat het werk moet worden uitgevoerd door een gecertificeerd bedrijf. Dat helpt. We zijn in gesprek met gemeenten om deze voorwaarden ook op te nemen in gemeentelijke subsidievoorwaarden. We zien ook dat de bekendheid van de diverse kwaliteitsregelingen flink is toegenomen en dat het belang van het werken met een gecertificeerd bedrijf steeds meer wordt onderschreven. Bedrijven merken dit als ze navraag doen hoe een opdrachtgever bij hen beland is.
Welke ontwikkelingen zijn te verwachten op het gebied van certificering?
Ernst van der Grijp: De K&K-regeling is 12 jaar oud. Tussentijds zijn wel kleine aanpassingen gedaan, maar nu zijn we toe aan een kwaliteitsslag. We gaan de normen upgraden en moderniseren. Een onderwerp als duurzaamheid heeft veel veranderingen doorgemaakt de afgelopen jaren. Die gaan we verwerken in de eisen. De methodiek van de auditoren nemen we onder de loep en we gaan het handboek aanpassen. We hebben onlangs een enquête gehouden onder de K&K-bedrijven om te horen hoe zij over de regeling denken. De evaluatie wordt vertaald naar een projectvoorstel dat we de komende tijd gaan uitvoeren. Naar verwachting krijgt deze upgrade zijn beslag in 2023.
Feiten en cijfers
Stichting ERM | K & K-regeling | |
Gebied | Heel Nederland | Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen en Friesland |
Gecertificeerde bedrijven | 299 | 124 (waarvan 80 in Gelderland) |
Aantal normen | 26 uitvoeringsrichtlijnen 7 beoordelingsrichtlijnen | 19 vakgebieden |